Stadswallen en bastions

Stadswallen en bastions

1654 de kaart van Nicolaes van Geelkercken.

In 1589 komt de vesting Doesburg op de agenda van de Staten-Generaal om de vestingwerken van Doesburg te versterken. De stad zelf had hier niet voldoende budget voor en daarom drong raadslid Jacob Valcke aan op dringende versterking van de IJsselsteden . In de loop van 1590 en 1600 kwamen de fortificaties van Zutphen en Doesburg regelmatig op de agenda van de Staten-Generaal.

De eerste voornemens kregen in 1593 een beperkte uitvoering onder leiding van Mr. Adriaen Anthonisz (1541-1620) de man was “superintendent der fortificatien”. Er is toen een begin gemaakt maar dat kwam niet verder dan het verdiepen van de gracht, herstel poorten en bruggen, palissaden en schansen en de bres in de stadsmuur werd gerepareerd. Iets verder kwam men in 1598 en 1599 met de aanleg van twee aarden bolwerken met daarvoor geplaatste palissaden.

Versterken van de stad: In 1607 werd uiteindelijk het startsein gegeven voor een programma met daarin de versterking van diverse steden o.a. Doesburg. Op aandringen van Maurits en in samenspraak met de opziener van de fortificaties in Gelderland, Johan van Dorth, gouverneur Utenhove en ingenieur Raef Dexter besloten de Staten-Generaal tot het afbreken van de stadsmuren om die door aarden wallen te vervangen. Dit laatste besluit om de muren te verlagen kwam op nadrukkelijk verzoek van Maurits

De nieuwe sterke vesting: Rond 1609 beschikte de stad over nieuwe aarden wallen, negen bolwerken, drie ravelijnen en twee grote buitenwerken, het hoornwerk aan de Ooipoort en een hoornwerk aan de noordkant van de stad. Tevens is er de contrescarp aangelegd en in 1610 kreeg de stad een nieuwe brug voor de Ooipoort.

Hoe zag de versterkte stad er nu uit in 1607. Doesburg kreeg toen 9 bastions (of bolwerken)

  1. Oude moerbolwerk
  2. Zuilens-bolwerk
  3. Saltpoort-bolwerk
  4. Doens-of St.Petersbolwerk (parkeerterrein de Bleek)
  5. Haagdoorn-bolwerk (vijver Lindewal)
  6. Oude molen-bolwerk (hoek Lindewal-Nahuyssingel)
  7. Rodetoren-bolwerk (plek van de school)
  8. Molen-bolwerk (algemene begraafplaats)
  9. Meijpoort-bolwerk (links van de Meijpoort)

Doens-of St.Petersbolwerk dit bolwerk is nog een van de weinig herkenbare bolwerken en is nu in gebruik als parkeerplaats De Bleek. Deze zou toch op eenvoudige wijze weer omgeven kunnen worden met de aarden wallen en je hebt weer een stuk terug van de oude vesting en een mooiere parkeerplaats, het is toch iets om over na te denken voor de gemeente.

bolwerk nu parkeerterrein de Bleek

 

 

 

 

 


1672 het rampjaar:
In 1672 krijgt Nederland maar liefst vier oorlogsverklaringen te verwerken. Op 7 april van Engeland, op 10 april van de Fransen die op dat moment het sterkste leger van Europa hadden en iets later van de bisschoppen van Münster en Keulen. Voor Nederland betekent dit een rampjaar.Samen met de Engelsen was de Franse koning Lodewijk XIV van plan om de machtige Republiek te reduceren tot een tweederangs mogendheid. Ze zouden de Republiek te land en ter zee zware nederlagen toebrengen. Uit logistiek oogpunt werden de bisdommen Munster en Keulen erbij gevraagd. In april 1672 verklaarde Lodewijk de Republiek de oorlog. Hij trok om de Zuidelijke Nederlanden heen, die nog steeds in Spaanse handen waren. Via het grondgebied van Keulen rukte hij op langs de Rijn en in juni stak hij vervolgens die rivier over.

Het beleg van Doesburg en verwoesting van de vesting:

Maart 1672: Het water in de IJssel stond echter verontrustend laag. Tussen het gras op de oevers was een kale strook zand en slib zichtbaar. Er waren plekken in de IJssel waar de bodem zichtbaar was geworden. De Amsterdamse burgemeester Joan Huydecoper beweerde zelfs dat een ooievaar van de ene naar de andere oever kon lopen.

Eind Maart: De versterking van de IJssellinie kwam met eind maart 1672 veel te laat op gang omdat de oorlogsbegroting werd opgehouden door de benoeming van de prins. Dit alles terwijl men toen al wist dat een doorbraak van de IJssellinie wel eens het einde van de republiek zou betekenen.

April: Burgers en boeren werden opgetrommeld vanuit Holland en Utrecht om de IJssellinie te komen versterken en wacht te lopen. Er werden bomen gekapt, gerooid en van punten voorzien. Er ontstonden kniehoge richels met in de grond verzonken palissades waar schutters en kanonniers gereed stonden met hun brandende lonten.

In die tijd is Doesburg een belangrijke vesting aan de IJssel en zijn de verdedigingswerken goed op orde. Probleem is echter wel dat in die tijd in 1672 de IJssel op een zeer laag peil staan en dat kan een probleem opleveren op het water in de vestinggracht op het juiste peil te houden. Een smalle dijk tussen de gracht en de IJssel is een zwakke plek in de verdediging van de stad.

16 juni : Het Franse leger onder leiding van Lodewijk de XIV komt aan bij de Braamberg bij Drempt en begint met de omsingeling en belegering van Doesburg.

Sebastien Le Clerc belegering Doesburg (rechts de IJssel)
Sebastien Le Clerc beleg van Doesburg (naar ZW)

18 juni: De Fransen beginnen zich in te graven, maken loopgraven en borstweringen in de richting van de stad.

19-20 juni: Men begint met het beschieten van de stad met kanonnen en musketten vanuit de loopgraven. De loopgraven hebben dan al bijna de Fausse-braye (onderwal) bereikt.

Op dat moment bestond de angst dat de vijand wel eens het water uit de gracht kon tappen als het Sloots hoornwerk in Franse handen zou vallen. Dit was goed mogelijk omdat dit Hoornwerk de dijk beheerste tussen de lage IJssel en de stadsgracht.

Het moet er op de bolwerken heet aan toe zijn gegaan getuige een beschrijving uit die tijd. Deze geeft aan “de kogels op het bolwerk aankwamen zo dik als hagels en dat ze nauwelijks het hoofd boven de borstwering konden steken. De kanonniers hebben de vijand redelijke afbreuk gedaan”.

Enige tijd later moet men zich teruggetrokken hebben van het Hoornwerk en heeft de vijand dit in handen en beheerst dus de waterstand in de gracht. Enige tijd later meldt men dat de vijand al ongeveer 2 voeten water heeft afgetapt uit de gracht. De legerleiding is niet blij met de makkelijke terugtrekking uit het Hoornwerk en men wil zelfs een aantal soldaten hiervoor executeren.

Hoornwerk in 1698 en nog te zien in 1944

21 juni: Als de beschieting van de stad begint, men heeft de Fransen niet belet om geschutsbatterijen voor de stad aan te leggen, geeft Ingen Nieulant aan dat de stad niet te houden is en men beter kan capituleren. Commandeur Coutis is het hier niet mee eens en dat heeft zijn weerslag op de soldaten die er op deze wijze weinig meer zien om de stad tot het uiterste te gaan verdedigen. Als de burgerij ook begint te morren wil het stadsbestuur zelfs de cavalerie inzetten tegen de eigen oproerige bevolking. Een cornet verklaart dat deze niet zijn eigen mannen wil inzetten tegen de bevolking.

De onderhandelingsgroep wordt ontvangen door de hertog van Enghien. De officieren willen een vrije aftocht in volle wapenuitrusting voor de soldaten. De Fransen gaan hier niet mee accoord en de officieren keren terug naar Doesburg. De burgemeester Huygen doet daar nog een vergeefse poging om de officieren te laten doorgaan met de verdediging maar dat gaat niet door.

Men gaat dan op 21 juni weer onderhandelen met de Fransen. Als na verdere onderhandeling betere voorwaarden zijn verkregen:

  • Geen plundering
  • Vrije aftocht
  • Vrijheid van Godsdienst De stad heeft gecapituleerd en de Fransen trekken de stad binnen. De Franse bezetting heeft voor de Doesburgse bevolking veel leed en schade veroorzaakt en heeft jaren geduurd voor men dat weer te boven was.

Dan wordt op 21 juni de officiële capitulatie getekend. Na een kort beleg is een van de sterkste vestingsteden van de Republiek in Franse handen gevallen.

Tijd 1673
14 feb: De boeren uit de wijde omgeving worden opgetrommeld door de Fransen om de vesting Doesburg te ontmantelen.
15 mei:
Om 4 uur in de middag blazen de Fransen de Rode Toren op.
18 mei
: Die dag op Hemelvaart laat met het Reduit voor de Ooypoort de lucht in vliegen, echter met weinig resultaat.
23 mei: Om 8 uur in de avond vliegt de Meipoort in de lucht.
24 mei: In de namiddag laat men voor de tweede maal het reduit voor de Ooypoort de lucht in vliegen.
25 mei: Op deze avond in de late avond laat men voor de tweede maal de binnen Ooypoort springen omdat deze op 18 mei deels is blijven staan
26 mei: In de avond laat men een gedeelte van de Koepoort springen
28 mei: Die dag op 2e Pinksterdag laat men de binnen Ooypoort de lucht in vliegen.
31 mei: Laat met de kruittoren bij de Salt- of Veerpoort in de lucht vliegen.
1 juni: Laat met de Salt- of Veerpoort in de lucht vliegen.
29 mei: De sloop van de wallen en bastions is kennelijk met succes afgerond want de opgeroepen boeren worden nu naar huis gezonden.

Voor de stad breekt nu een vestingloos tijdperk aan waar Holland ook niet echt gelukkig mee is.