Vesting 1874 – 1965

Vesting 1874 – 1965

  • 1874 afbouw van de vesting en sloop?
  • 1940 Duitse inval en de kazematten
  • 1949 restauratie en Koude Oorlog
  • 1956 plaatsing Shermantank Westzijde van de brug

1874 afbouw van de vesting en sloop?:

Ontmanteling van de Hoge en Lage Linie?
Met de vestingwet van 1874 mochten veel steden hun vestingwerken ontmantelen en kwam het accent meer de leggen op verdedigingslinies als de Grebbelinie en de stelling van Amsterdam met zijn 42 forten rondom de hoofdstad. De vestingstatus van Doesburg is pas bij Koninklijk besluit opgeheven op 1 november 1923. Doesburg gaat onderhandelen met het Rijk om de vestinggronden aan te kopen. Op 5 mei 1932 is het dan zover en koopt de gemeente Doesburg de Hoge en Lage Linie voor een bedrag van 15.865,- gulden wat neer komt op een bedrag van ongeveer €7.000,-

De ANWB en de pas opgerichte stichting Menno van Coehoorn (www.coehoorn.nl) maken hier bezwaar tegen omdat het hier gaat om “belangen van cultuur-historischen en aesthetische aard”

De gemeente kan op deze gronden nu geen sportterreinen en een begraafplaats aan leggen en gaat weer onderhandelen met het Rijk om de gronden weer terug te verkopen. Toen de onderhandelingen hierover tot een accoord kwamen liet het (toenmalige) Rijk op 14 oktober 1940 weten dat het niet meer wenselijk was om ze weer terug te kopen! Uiteindelijk zijn ze na protest op 4 mei 1943 toch weer teruggekocht door het Rijk.

1940 Duitse inval en de Linie

Bouw van de kazematten langs de IJssel:

In 1939 is besloten tot het aanleggen van 2 Kazematlinies. Langs de Maas en IJssel en langs de Peel-Raamstelling en Grebbelinie. In het totaal moesten hier 2000 kazematten worden gebouwd. De bouw werd uitgevoerd door het “bureau stellingbouw” opgericht op 1 februari 1939. De IJssellinie was bedoeld als tijdelijke verdedigingslinie om de mobilisatie en concentratie van het Nederlandse leger te beveiligen. Deze ‘eilandjes‘ moesten de gemechaniseerde legermacht van Duitsland stoppen en minimaal de opmars enig tijd vertragen.

10 mei 1940 de strijd om de brug en de kazematten:
Dit deel langs de westelijke kant van de IJssel was bezet door 1-II-35 R.I. Om 4.00 in de ochtend op de 10e mei trokken de eerste Duitse vliegtuigen hier over. Om 4.15 kwam de melding dat de Duitsers de (Nederlandse) grens hadden overschreden en 5 minuten later is het uitneembare deel van de schipbrug opgeblazen en tot zinken gebracht door Nederlandse Pontonniers. De soldaten sloten zich op in de kazematten achter de stalen deuren en waren van de wereld afgesloten omdat er geen telefoonverbindingen waren.

(PAG is Pantser Afweer Geschut)

10.00 Duitsers naderen de brug. 10.30 Cabenterbrug brug vernield.
S83a 12.00 Compagnie Duitse motorrijders overmeesterd de kazemat.
G83b 12.30 zelfde Compagnie omsingeld deze kazemat. De kapitein Noteboom en de soldaten Badart, Gelderman en hospitaalsoldaat Martens sneuvelen hierbij.

Nog bestaande kazematten:
In de Fraterwaard zijn nog 7 kazematten te vinden. Het zijn op eentje na allemaal S-kazematten, de G kazematten zijn vanwege het pantserstaal verdwenen door de Duitse bezetter vanwege het staal.

1945 de Duitse verdediging van Doesburg:
De stad Doesburg is van 2 april tot 15 april 1945 belegerd geweest door de Canadezen. Deze kwamen vanuit het oosten en zuiden en trokken verder langs de IJssel en lieten Doesburg links liggen met alle gevolgen van dien voor de inwoners van de stad. 5 april is Angerlo bevrijd, dat ligt net iets zuidelijk van Doesburg. Vanuit Laag-Keppel trokken de Canadezen om Doesburg heen richting Rha en de IJssel om uiteindelijk bij Gorsel de IJssel over te steken tussen 7 en 10 april 1945. Arnhem is bevrijd op 12 april en het kleine Doesburg is dan nog steeds bezet en belegerd en ligt onder vuur van de Canadese tanks.

Op vele plaatsen in de Achterhoek gingen Nederlanders onder Duitse dwang aan de gang met het graven van deze versterkingen. Tussen Drempt en de IJssel kwam een stelsel van loopgraven en een lange tankgracht te liggen. De Hoge linie kreeg over de hele lengte een loopgraven stelsel met aan weerszijden mangaten en geschut/mortierstelling.


Loopgraaf in Lunet 2 in 1945 en in 2023 nog steeds zichtbaar

Zoals we op de kaart hebben gezien waren de Linies doorsneden met loopgraven en andere gegraven verdedigingswerken. Pas in de periode 1948-1949 zijn de Linies met advies van de stichting Menno van Coehoorn weer hersteld en is er een door de Duitsers afgegraven deel weer gereconstrueerd.

1949 restauratie van de wallen en Koude Oorlog

1949 de Hoge Linie na restauratie behalve wat hagen was er dus geen begroeiing aanwezig. Vanaf begin jaren ’50 is er wel iets van een beplantingsplan.

Direct na de Tweede Wereldoorlog raakte het Westen in de ban van een mogelijk gewapend conflict met de Sovjet-Unie, het begin van de Koude Oorlog. De wedloop tussen de beide kernwapenmachten – de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie – was bedreigend, de Berlijnse blokkade en de harde greep van de Sovjet-Unie op Oost-Europa beloofden weinig goeds. Er stonden enorme Russische legers paraat en de westerse wereld beschikte slechts over zwakke bezettingstroepen in Duitsland.

De in ons land al sinds eeuwen beproefde methode van een inundatie om de vijand te stoppen of tenminste een tijdje tegen te houden, kon alleen worden uitgevoerd als er heel veel water uit de Rijn zou worden gebruikt om grote delen van het gebied langs de rivier de IJssel onder water te zetten.

Binnen heel korte tijd ontwierp Rijkswaterstaat in samenwerking met de Genie een uniek stelsel van drie invaarbare stuwen (in de Waal bij Nijmegen, bij Arnhem in de Rijn en bij Olst in de IJssel) waardoor op moderne wijze eer werd bewezen aan de grondlegger van de 17e eeuwse onderwaterzetter Menno van Coehoorn. De naam van deze moderne versie was: de plannen C en D (Coehoorn en Deventer). Dit geheel staat bekend als de IJssellinie.

De luchtwachttoren op de Hoge Linie:
In de Koude oorlog had Nederland het Korps Luchtwachtdienst. Doel was het “spotten” en plaats bepalen van mogelijke vijandelijke (Russische) vliegtuigen, dit naar voorbeeld van een dergelijke organisatie in Engeland gedurende de Tweede Wereldoorlog. In heel Nederland stonden torens met daarop apparatuur en waarnemers in dienst van het eerder genoemde korps. De torens stonden altijd in een driehoek met dus drie torens en bedekte zo een netwerk over heel Nederland.

In Doesburg stond een dergelijke toren op de Hoge Linie en wel op een van de vier zgn batterijen, die hoger waren dan de voorliggende Liniewal. De toren was van hout met een onderbouw van 3,5 m en daarop een borstwering van 1,5m. De toren was bemand met vrijwilligers als Albert (Ap) Veldhuis, Herman Wolf, Ben Berendsen, Piet Mintjes, Jan Hermans en Coen de Graaf uit Doesburg. Daarnaast waren er nog vrijwilligers uit Drempt en Hummelo. Van al dit alles rest er nog weinig dan de betonplaat en een paaltje op de plek van de uitkijktoren met een stukje kabel van een telefoonaansluiting.

Het raadsel van de betonnen plaat op Lunet 1

Bij rondleidingen komt vaak de vraag is dat beton iets Duits, nee het is de fundering van de schijvenloods behorende bij de schietbaan. Vermoedelijk gesloopt in de jaren 60-70 en nu een mooi uitkijkpunt.

De Shermantank aan het begin van de brug.

De tank ligt nu op het grondgebied van de Gemeente Rheden maar is na het afsnijden van een IJssel (1954?) naar de Gemeente Doesburg gegaan geen slechte zaak want hierdoor ontstond de Fraterwaard en die ging de gemeente Doesburg.

De Shermantank bij de IJsselbrug:
De tank is aan de westzijde van de IJsselbrug in de vijftiger jaren ingegraven als onderdeel van boven genoemde IJssellinie. Slechts de koepel van de in beton gegoten tank is zichtbaar en vanuit die koepel zou een machinegeweer bediend kunnen worden.

Tankkazemat met mitrailleur: Bij Doesburg is vlak voor de brug een Shermantank ingegraven direct naast de weg en bij de oprit van de brug. De tank werd ontdaan van rupsbanden, motor en geplaatst in het hiervoor gemaakte gat. Vervolgens werd de tank in beton gegoten behoudens de koepel bovenop de tank met achter de koepel een nooduitgang. Kosten: De kosten voor een mitrailleurkazemat waren fl 12.160 exclusief de grondwerkzaamheden, maar inclusief de verwerking van 6 heipalen, 1.721 kilo wapeningsstaal, 35 m2 beton.

Vanuit de tank liep er een gang onder de Provinciale weg naar de andere kant van de weg en ging verder tot onder de pijlers van de brug om ongezien in de tank te komen. Zowel de gang als een toegangsluik zijn er nog steeds maar je kunt er nergens meer in.

Tijdens rondleidingen hebben diverse “oudere Doesburgers aangegeven daar ooit stiekem doorheen zijn gekropen. de maat was vermoedelijk 80cm breed en gebukte stahoogte. Het nog aanwezige verroeste luik 80cm breed en de gang met gebukte hoogte was ook 80 cm.

 

met dank aan:

Monumentenvereniging Doesburg
Gemeente Rheden
stichting Menno van Coehoorn
Cor van den Bergh
Henk IJbema

Bron tekst: Boek : E.C. de Rijer “IJssellinie 1950-1980